Kruip in uw bunkers, maak je klaar voor het gevecht! De Nederlandse taal zal lijden onder de aanslag ! Verslagen, gedichten, recensies, alles zal voorbij komen!

maandag 24 februari 2014

Littekens sieren de mens




Momenteel ben ik bezig met het lezen van Het Negerboek van Lawrence Hill. In dit prachtige boek word het leven van het meisje Aminata Daillo beschreven en hoe zij van vrij mens zijn wordt beroofd en een slaven bestaan moet leiden. Het boek verslaat haar reis met de vele tegenslagen op zoek naar het terugwinnen van haar vrijheid. Op een gegeven moment wordt zij op een plantage ingeënt door Georgia, de vriendelijke zwarte hulp, tegen de pokken. Aminata Daillo heeft twee maansikkels op haar wangen, siertekens van haar stam. Ze snapt niet hoe andere mensen dat niet hebben, al ziet ze wel veel littekens om haar heen. Als ze met de pokken is ingeënt snapt ze waar sommige littekens vandaan komen. Toen ik dit las moest ik plots denken aan een scene uit Een Schitterend Gebrek van Arthur Japin. De hoofdpersoon, Lucia, bereid zich voor op een huwelijk met een knappe man uit hogere kringen. Zij, als bediende van een gravin, probeert zich zo goed mogelijk voor te bereiden op dat huwelijk terwijl Giacomo, de man, weg is op reis. De gravin waarschuwt Lucia voor de Venetiaanse hogere kringen, daar draait alles om uiterlijk en voorkomen. Lucia beseft zich dat maar wordt dan door haar eigen toedoen met het noodlot getroffen. Ze krijgt de pokken en ontkomt niet aan littekens op haar gezicht.

Na in meerde boeken het fenomeen pokken te hebben gelezen wilde ik er meer over weten. Het besmettelijke virus dat in de afgelopen drieduizend jaar 1 op de 10 mensen van het leven heeft berooft lijkt mij reuze interessant. Net als ieder kind tegenwoordig ben ik er mee ingeënt, al kan ik mij niks herinneren van de gehele ziekte zelf.  Enfin, tijd om te kijken hoe dat virus in elkaar steekt.

Geschiedenis

Pokken is een duizenden jaar oude virusziekte. Waar deze zeer besmettelijke ziekte precies is ontstaan is niet bekend. Het Indiase subcontinent wordt wel genoemd maar ook het gebied rond de Middellandse Zee. Volgens een aantal wetenschappers is Farao Ramses V, die rond 1143 voor Christus leefde, een van de eerst bekende slachtoffers van de pokken.
De pokken gedijen goed in bevolkingscentra en in gebieden die nooit eerder met de pokken te maken hebben gehad.
De pokken kwamen in het begin van onze jaartelling met Romeinse soldaten  naar Europa. In de vierde eeuw brachten de Hunnen de ziekte opnieuw mee.
De pokken vormden tot de Middeleeuwen geen grote bedreiging. De ziekte zou pas verder verspreid worden door de terugkerende kruisvaarders. Het pokken virus was nog niet virulent  Veel mensen kregen de pokken, maar velen raakten ook immuun voor de ziekte. De aantallen slachtoffers van de pokken vielen in het niet bij die van de Zwarte Dood. De pokken veroorzaakten geen ontwrichting de Europese samenleving.
Niet in Europa, maar in Amerika zou de pokken een verwoestende uitwerking hebben
.
De Spanjaarden brachten het pokkenvirus met zich mee naar Amerika. Het eerste geval van pokken deed zich voor in Hispaniola (nu Haïti) in 1519. De oorspronkelijke Amerikanen werden vooral het slachtoffer omdat pokken niet voorkwam in dit werelddeel. Zij waren dus erg bevattelijk voor het virus. Vanuit Haïti verspreide de infectie zich in het zuiden naar de Mexicaanse Azteken, de Inca's, de Maya's en het naar het Amazone gebied. In Noord Amerika ging het via Florida en de Mississippi naar geheel Noord Amerika. De pokken richtten een ware slachting aan: van de volkeren in Centraal Amerika overleefde slechts 10% de pokken.  Er ontstond een gebrek aan arbeidskrachten voor de bedrijven van de Europese kolonisten. Om het tekort op te heffen werden slaven ingevoerd uit Afrika.




Het virus

De pokken zijn zeer gemakkelijk om te verspreiden. Een geïnfecteerd persoon aanraken of te lang de lucht inademen van een kamer waar een ziek persoon is kan al tot infectie leiden. Vervolgens begint de lange ziekteweg:
Na circa 12 dagen zal het virus zich goed in het lichaam hebben genesteld en hebben vermenigvuldigt. Dan zal de persoon zich ook ongeveer ziek gaan voelen. Het begint met de symptomen van een zware griep:  Hoge koorts, spierpijn, misselijkheid, braken en vermoeidheid.
Vervolgens zal het virus de huidcellen aanvallen en zullend e welbekende blaasjes, pokken, ontstaan. Deze blaasjes zijn stevig en gevuld met een soort pus, geïnfecteerde huidcellen. In het midden is meestal een inzinking.  De blaasjes ontstaan op het voorhoofd rond dag 12-15 en zullen zich vervolgens in de komende 24-36 uur over het hele lichaam verspreiden.
In de tweede ziekteweek zullen de blaasjes uitdrogen en leeglopen tot er korstjes achterblijven. Dan zullen de korstjes er af vallen en blijven alleen littekens achter.  


Het pokkenvirus is zeer stabiel en is de afgelopen 100 jaar niet veranderd. Er zijn verschillende typen van het virus:
Variola minor: Mortaliteit 2%. Een vrij milde vorm van het virus. Het kwam minder vaak voor dan de major variant. Variola minor heeft een milde vorm van het ziekte verloop.
Variola Major: Mortaliteit 10%. De grootste boosdoener van de pokken-geschiedenis. Dit was de meest voorkomende vorm van het virus. Soms wanneer een persoon geïnfecteerd was dan groeiden de blaasjes van het virus samen en zorgden er voor dat grote stukken opperhuid er af vielen. In dit geval had de patiënt te maken met een huid die gelijk was aan dat van tweedegraads brandwonden. De kans op overlijden tijdens zo’n situatie kwam uit op de 60%.
Variola Major Flat: Mortaliteit 96%. De pokken waren vooral een kinderziekte, zo dacht men tenminste in de vorige eeuwen. De pokken verspreidde zich inderdaad vaak en snel onder kinderen. Het Variola Major Flat type was zeer bekend bij kinderen. In plaats van harde blaasjes ontstonden er zachte inwendige blaasjes die ook voor inwendige bloedingen konden zorgen.  Als die gebeurde was de persoon meestal ten dode opgeschreven.
Variola Major Hemorragisch: Mortaliteit 100%. In dit geval ontstaan er helemaal geen blaasjes maar slechts inwendige bloedingen aan de binnenkant van de huid. Deze kleurt dan zwart. Naast de huid zullen er ook inwendige bloedingen ontstaan in vitale organen. De patiënt ontwikkelt dan een tekort aan bloedplaatjes, trombine en globuline. Op de 5 of 7de dag van de ziekte zal de persoon bijna zeker plots overlijden. ( bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Pokken )

Pokken is momenteel een uitgeroeid virus en komt niet meer voor. We worden er tegen ingeënt en de laatst overleden persoon aan pokken was in de 18de eeuw. Toch had er heel lang nog een pokken epidemie kunnen zijn. In de tijd van de Tweede Wereld oorlog en zelfs nog tijdens de Koude oorlog is er onderzoek gedaan naar het inzetten van o.a. het pokken virus als biochemisch wapen. Dankzij de oorlogen waren grote delen van alle landen niet ingeënt tegen het virus. Juist om deze reden is er uiteindelijk niks gebeurt. Het risico was te groot om ook het eigen land te infecteren als één land het virus zou inzetten. 


De langzame stilte in mijn hoofd

Voor de verdiepingsopdracht van het boek  Hersenschimmen van J. Bernlef heb ik gekozen om een gedicht te maken over het thema  dementie.

De langzame stilte in mijn hoofd.
Neemt toe zonder dat ik het doorheb.
Langzaam maar zeker vergeet ik.
maar vergeet ik wat?

Het grijze verleden is nu een kleurig heden
dat ik zelf niet meer kan onderscheiden
heb ik ooit iets anders meegemaakt
dan alles wat ik momenteel kan zien?

Alleen ben ik altijd geweest,
of is het dat ik samen ben zonder het te weten.
Mensen die zegen dat zij me kennen,
muziekstukken die ik zei dat ik nooit zou vergeten.

plots vind ik mijzelf in een langzame stilte in mijn hoofd.
Een leegte die steeds meer toeneemt
De ruimte van mijn geheugen gevuld met steeds minder.
Totdat alleen mijn verleden blijft.

Ik sta op omdat ik vergeten ben dat ik zat,
ik ga zitten omdat ik niet meer weet hoe te staan.
Praten kan ik nog wel, maar slechts met weinig woorden.
tot er niets meer over is van mijn bestaan.

Je draagt je eigen leven bij je,
je geeft jezelf een plaats in de eeuwigheid
maar wat als je niet meer kan herinneren wie je bent.
als je jezelf begint te verliezen met de tijd.

langzame stilte, tergend langzaam.
Het sleept, het klaagt, het schreidt.
Langzame stilte, steeds minder.
Ik ben de stilte die zichzelf benijd

 

Winti



Het winti geloof


Na het lezen van zowel “De Stille Kracht” van Louis Couperus als “De laatste parade” van Ruth Sang a Jong ben ik nieuwsgieriger geworden naar het “Winti” geloof. In de stille kracht speelt het winti geloof een grote rol.  Het is letterlijk de stille kracht die in Indonesië rondwaard en de blanken van hun grond verjaagd door ongeluk en verderf. Het is een magische kracht die wordt gedragen door de wind en zo ieder te pakken zal krijgen.

In “de laatste parade” is het winti geloof anders voor gesteld. Het is niet alleen bijgeloof maar ook bepaalde rituelen die de winti kenbaar maken. Het is meer dan alleen een geloof, het heeft wel degelijk invloed op het dagelijks leven. Na het lezen van deze twee boeken was ik toch wel erg nieuwsgierig geworden naar wat het winti geloof nu eigenlijk is. Vandaar deze blog post, over het gebruik van de Winti.

Wat is die hocuspocus nu eigenlijk?


[1]Winti is een traditionele Afro-Surinaamse religie.  In Suriname zijn er verschillende groepen Afro-Surinamers. De Westerse Afro-Surinamers (Wesas) zijn afstammelingen van de uit Afrika overgebrachte slaven. Zij behouden zich aan hun traditionele cultuur alleen kiezen zij in veel gevallen ook voor de internationale of Westerse samenleving en cultuur.  De Traditionele Afro-Surinamers (Tradas) stammen ook uit Afrika af alleen in tegenstelling tot de Wesas houden de Tradas zich alleen vast aan de meer traditionele cultuur en manier van leven. De laatste sociale groep zijn de Wereld burgers van Surinaamse afkomst ( Webus) . De Webus zijn volledig geïntegreerd in de Westerse of internationale samenleving en doen niet vaak meer en beroep op hun eigen cultuur.

De Winti is het geloof van de Afro-Surinamers. Zij geloven dat Anana ( God de Schepper/ Der Goden)  behalve materiële zaken ook bovennatuurlijke wezens heeft geschapen. Vele van deze wezens zijn met de voorouders mee naar Suriname gereisd en zijn erfelijk, anderen waren al reeds daar.  De Winti kent vele West-Afrikaanse gebruiken. Het is een religieus systeem dat word onderverdeeld naar de woonplaats van de Jeje ( ook wel winti of de goden). Binnen die woonplaats bestaan er vier pantheons, aarde, lucht, water en bos. Elk van deze pantheons wordt door een oppergod aangevoerd.  Toch is er een verschil in het rangsysteem van goden. Een hoofd van een Pantheon is nog niet gelijk aan het andere hoofd van een pantheon. Oppergod Anana heeft de goddelijke potentie ( Srama) verdeeld over de verschillende goden. Alleen de oppergod van luchtpantheon Tata Opete is zelf een aspect van Anana. Hij is de enige die vrij toegang heeft tot Anana’s woonplaats en de enige die mensen er naartoe en terug kan brengen. ( Winti betekent ook wel ‘wind” in dagelijks gebruik.)
Men onderscheidt goede en kwade, hogere en lagere bovennatuurlijke wezens. De lagere, in wie het kwade aspect domineert boven het goede, worden takroe-sani genoemd. Zij belagen de mens voortdurend en zijn de instrumenten waarmee men zwarte magie ( wisi ) bedrijft. Iemand die zwarte magie bedrijft, noemt men wisi-man. De wisi kan alleen door de medicijnman, de Obia-man ( obonoe-man ), geneutraliseerd worden.

De mens is via zijn geestelijke aspecten, bestaande uit de triade Djodjo, Kra en Jorka, geïntegreerd in de bovennatuurlijke wereld. De Djodjo zijn de bovennatuurlijke ouders, die hun kinderen beschermen en hogere of lagere goden kunnen zijn. Zij ontvangen de zuivere ziel, de kra, van Anana en schenken die aan een aards kind.  Als iemand komt te overlijden dan gaat zijn kra terug naar Anana om in de eeuwigheid te leven en de yeye van de mens wordt dan een voorouder, een Jorka.
Winti brengen mensen in contact met hun spirituele kant. Je krijgt een winti gedurende een avond met zang een dans, een zogenaamde Winti-prey. Dan wordt je tijdens het dansen huiverig, je hoofd lijkt te zwellen en  dan neemt de winti je over terwijl hij je gedachten uitschakelt. De Winti’s kunnen zowel erfelijk zijn als de gene die je zelf krijgt. Het kan zijn dat mensen jaloers worden op een persoon omdat hij een betere winti kreeg dan de rest van de familie. Maar eenmaal een Winti is niet altijd een Winti. Bij een verwaarlozing kan de Winti weer weg gaan.

Gebruiken


Winti betekent beduidend meer dan alleen de rituele activiteiten; het is een totaal systeem van begrippen over het menselijk gedrag, over verhoudingen van de mens met hen die eerder geleefd hebben, met de natuur en natuurlijke invloeden om hem heen alsook de geestelijke krachten van het universum. Het legt verbanden tussen voorouders en zij die nog geboren moeten worden. Het verklaart onvoorspelbare voorvallen door aan te geven dat ze volkomen in overeenstemming zijn met gevestigde principes. Kortom Winti poogt het onbekende aan het bekende te linken en schept daardoor orde waar eerder wanorde heerste. Ordo ab Chao dus.

Winti is ook een democratische religie. Elke man of vrouw kan in principe in direct contact treden met de winti of met de voorouders, zonder tussenkomst van de bonuman. De geestelijke leiders of de bonuman beheersen noch bepalen de gang of de geloofslijn van deze godsdienst. Ik heb het nu over de bonuman maar er zijn verschillende soorten spiritueel leiders. Hoewel hun taken en vermogens elkaar soms overlappen hebben ze toch een verschillende rol in het geheel.
 Allereerst de lukuman, de ziener, dit is iemand die met behulp van de geesten de toekomst voorziet.
 Dan de bonuman of obiaman, zeg maar de specialist in rituelen
De obiaman is een genezer, iemand die weet of ziet hoe hij bovennatuurlijke ziektes kan genezen.

Om verder op alles in te gaan gaat veel te lang duren. Een religie kan niet in één blog post worden uitgelegd. Daarom verwijs ik de geïnteresseerden graag door naar de volgende links:

maandag 27 januari 2014

Toetsweek

Nog twee boeken waar ik geen verdiepingsopdracht van hoef te maken.
Zijn die toetsweken toch nog ergens goed voor.
Deze boeken heb ik gelezen voor toetsweek 1
 
 
Paravion- Hafid Bouzza
                                   IV- Arjen Lubach
 

Inktaap

Na het zorgvuldig doorlezen van mijn blog kwam ik erachter dat ik van de lijst 'gelezen voor Nederlands" bizar weinig blogposts heb gemaakt.
Dit moet natuurlijk veranderen, vandaar deze blogpost.
De afgelopen twee jaar heb ik meegedaan met de inktaap en veel boeken gelezen.
Hieronder een korte vermelding:

1. De Nederlandse Maagd- Marente de Moor          (2010)
2. Tonio                            - A.F.T. van der Heijden  (2011)
3. Dit Zijn De Namen      - Tommy Wieringa            (2012)
4. De Laatste Parade        - Ruth Sang a Jong        (2011)
5. Post Mortem                - Peter Terrin                   (2012)